Historie

De Thüringer leisteen, zo’n 350 miljoen jaar geleden ontstaan, kent in Thüringen een eeuwenlange traditie in winning en verwerking. Vermoedelijk bestond er al in het jaar 1300 een leisteengroeve bij de stad Lehesten. De eerste schriftelijke vermelding dateert echter uit 1485.

In die jaren werd leisteen nog weinig als dakbedekking toegepast. Een verordening dat hout- en strodaken vervangen moesten worden door een ‘vuurvaste’ bedekking, veroorzaakte een stijging in de behoefte aan leisteen. In de negentiende eeuw maakte de exploitatie een buitengewonde groei door. De winning, die tot dan toe alleen in Lehesten en omgeving plaatsvond, breidde zich steeds verder over Thüringen uit. Vanaf 1880 verplaatste de productie zich bovendien van bovengronds naar ondergronds. Het hoogtepunt van de bloeiperiode lag tussen 1850 en 1899. Circa 40 groeves verschaften aan 2500 mensen werk. De twee grootste groeves, de Staatsbruch in Lehesten en de Oertelsbruch in Schmiedebach, alleen al, hadden in die tijd meer dan 1500 werknemers in dienst.

De beide wereldoorlogen brachten de productie van leisteen bijna tot stilstand. De situatie werd verslechterd door inflatie en economische crises. In 1928 kwam het tot een grote staking in de Leisteenindustrie, die echter nauwelijks enige verbetering opleverde in de sociale omstandigheden. Hoewel de leisteenindustrie zich langzaam herstelde, kon het de toenmalige grootte niet meer bereiken. Na 1945 werden alle leisteengroeves onder één dak verenigd. Tot 1955 werd de vooroorlogse productie weer bereikt, maar evenaarde zijn bloeiperiode niet meer.

Wanneer de eerste leien uit Thüringen in Nederland verwerkt werden, is niet bekend. Vaststaat dat reeds in 1890 leien uit Thüringen werden geïmporteerd en verwerkt.